Overdenkingen 2020

Overdenking december 2020 - Iets of IEMAND

U verwacht ik de hele dag [Psalm 25:5] [HSV]

Het is alweer 8 maanden geleden dat de eerste coronagolf ervoor zorgde dat ons leven met een schok op de kop werd gezet. Voor ons allemaal is het een jaar geworden wat zelfs in het slechtste scenario niet in ons op zou zijn gekomen. Op nieuwjaarsdag spraken we nog allemaal goede wensen en hoopvolle verwachtingen uit voor het nieuwe jaar. Wat voor veel mensen een jaar moest worden om nooit te vergeten in positieve zin werd eigenlijk een jaar, die we nooit meer zullen vergeten door de gevolgen van het virus wat hard heeft toegeslagen en inmiddels zelfs al voor de tweede keer. Een hoopvol begin met hoge verwachtingen moest in maart naar beneden bijgesteld worden. In onze familie was er een stel die het huwelijk uit moest stellen en misschien hebt u zelf ook wel zulke ingrijpende gebeurtenissen mee gemaakt. Een huwelijksjubileum dat niet gevierd kon worden of nog erger in je omgeving kreeg iemand corona of werd ziek en door het virus kon je niet die aandacht geven die nodig was juist op dat moment. Het was niet eens mogelijk om dicht bij elkaar te zijn in verdriet dat je trof en je kon niet eens de steun geven die men dan juist zo hard nodig heeft.

Wat hebben we elkaar gemist in alle omstandigheden ook in de gemeente. Alles kwam eigenlijk stil te liggen, zelfs iets “normaals” zoals het bezoeken van een dienst bleek niet meer mogelijk. Inmiddels gaan we onderweg naar kerst en als voorbereiding daarop leven we in de adventtijd. Tijd van verwachting, tijd van uitzien naar de komst van iets nieuws, iets groots, iets geweldigs. Het zal anders beleefd worden dan al die voorgaande jaren. Het zal door het virus iets van zijn glans verliezen maar niets van zijn diepe inhoud. Het samen toeleven naar het hoogtepunt van deze adventstijd: de geboorte van Jezus. Het virus lijkt ervoor gezorgd te hebben, dat we het w

oord verwachting wel kunnen wegstrepen. We worden zo in beslag genomen door het hier en nu, dat we aan het verwachten niet eens meer toekomen. Hoe zal het gaan, hoe zal de bestrijding van het virus verlopen? Hebben we binnen een afzienbare tijd een vaccin dat het virus eronder kan krijgen? Hoe zal het komen met de economie, en hebben we volgend jaar ons werk nog, ons inkomen. Kunnen we weer samenkomen als gemeente? Allemaal vragen die voor onzekerheid zorgen en die ons weinig perspectief bieden.

En toch, er is een maar, een nochtans namelijk een verwachting die we niet hoeven bij te stellen door omstandigheden of wat voor gebeurtenissen ook. Een verwachting, een hoop die ons juist zekerheid biedt in onzekere spannende tijden, onder alle omstandigheden, ook nu. Voor veel mensen is dit jaar de verwachting naar beneden bij gesteld. Hoe nu verder, wanneer het levenswerk je uit je handen glipt, als je baan op de tocht staat of als je relatie in een crisis verkeerd. De toekomst kan een blinde muur zijn waar je tegenaan loopt. In de Bijbel komt het woord verwachting heel vaak voor. Alleen al in deze Psalm 3 keer. In de oude kerk werd deze psalm vaak gezongen in de adventstijd. Verwacht de Psalmist een oplossing van al zijn problemen? Een geweldige toekomst na de dood? Zeker dat heeft hij ook bedoeld. In deze tekst zien we ook iets anders als we goed opletten, de psalmist verwacht niet iets maar IEMAND. Hij verlangt naar een ontmoeting met de levende God.

U verwacht ik de hele dag.

Niet naar iets verlangen van U maar verlangen naar Uzelf Heer. Het gaat erom, om Hem die God zond naar deze wereld te ontmoeten, Hij die ons een leven wil geven die gestoeld is op een heerlijke verwachting namelijk van Gods aanwezigheid in ons leven. Een perspectief dat alles overstijgt. Nu al wil God dit door Zijn genade, zijn kracht laten ervaren en dat houdt niet op bij tegenslag, of een virus en uiteindelijk zelfs niet door de grens van ons bestaan. Nee het loopt uit op een heerlijke openbaring van Gods aanwezigheid nu al in ons leven hier. Door zijn Woord en door Zijn Geest, maar straks zullen we Hem ontmoeten, een ontmoeting die onze stoutste verwachting zal overtreffen.

Zo mogen we op weg gaan naar kerst en we mogen het vieren met een dankbaar hart en met verwachting. Kom laten we samen die Koning aanbidden en met verwachting de toekomst tegemoet gaan met een heerlijke zekerheid midden in alle onzekerheden, eens zullen Hem zien en ontmoeten zoals Hij is. Misschien kunnen we verlangend de woorden meezingen van opwekking 566,

Ik verlang naar Uw aanwezigheid,

in alles wat ik doe

Dat U Geest mij op mijn wegen lijd

daarom wijd ik heel mijn leven aan U toe,


Jezus koning van de eeuwigheid,

U volk geloofd Uw woord

heel de aarde toont U heerlijkheid

en U woorden brengen leven aan wie hoort


Machtig Heer

alles wat leeft zingt tot U eer

in eeuwigheid

hier zijn wij

U toegewijd

wij aanbidden U

W.G.

Overdenking november 2020 - Meer dan genoeg!

Wat doet u op zondag? Normaal gesproken bedoel ik, als het niet 2020 is. Onlangs hoorde ik in een dienst in Duitsland (ca 30 mensen in het gebouw) een stuk over de zondagsrust. De dominee noemde een aantal zondagse gewoontes en gebruiken. Zaken als uitslapen, familie bezoeken, boswandeling, lekker eten, koffie met gebak, geen gras maaien, ‘Tatort’ kijken op tv (Duitse detective) enz. 

Kerkbezoek hoorde er ook bij. Hoe graag zouden wij op dit moment niet deze goede oude zondagse gewoonte na willen komen en naar de kerk gaan. - En het kan niet. En dat is jammer.

Aan de andere kant: in Markus 2:27 zegt Jezus: “de sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat.” Jezus zegt dit in eerste instantie om zijn arenplukkende en -etende vrienden te verdedigen tegen de Farizeeën. De vrienden deden dit immers niet omdat ze God niet achten maar omdat ze honger hebben. De vrienden waren juist bij Jezus omdat ze God heel hoog achten, ze waren dagelijks op zoek naar Hem - niet alleen op sabbat. De sabbat (zondag) geeft ons de mogelijkheid om in alle rust stil te staan bij de liefde en genade van God en bij wat Hij voor ons doet. Om Hem te aanbidden, te danken, te prijzen. Dat betekent echter ook: met dat aanbidden, danken, prijzen hoeven wij niet te wachten tot de sabbat (zondag). Ik denk dat dit van God elke dag mag, overal. Hij zou het volgens mij fijn vinden als wij de zondag helemaal niet nodig zouden hebben om Hem te eren, als wij dat continu zouden doen. Elke dag, in midden van onze dagelijkse activiteiten en bezigheden.

Kunnen wij dat? Lukt ons dat? Zijn wij zoals Daniël? Kunnen wij God de eer geven, regelmatig met Hem in contact komen, tijd nemen voor Hem - ook al is er geen dienst, ook al is er geen gebouw? Lukt het ons om onze dag te beginnen met een Bijbeltekst voor dat wij naar het werk of naar school gaan, vinden wij overdag tijd voor een dankgebed, verzamelen wij gebedspunten voor voorbede...? Ik denk het wel. Velen zijn ons voorgegaan en velen doen het al jaren op die manier (hierbij denk ik aan onze broeders en zusters van de vervolgde kerken in het nabije en verre Oosten). 

Wij hebben de zondag hiervoor niet nodig. God wil graag dat wij groeien in kennis over Hem. Om Hem beter te leren kennen, kunnen wij over Hem lezen. In zijn eigen woord, de Bijbel. De Bijbel is vertaald in het Nederlands, in diverse vertalingen. De Bijbel is vrij verkrijgbaar in ons land voor weinig geld. (Als je geen Bijbel hebt of alleen een ouderwetse vertaling bel mij dan op; dan breng ik dezelfde dag nog een leuke Bijbel langs).

Wij kunnen het dus proberen: God zoeken, God ontmoeten, Hem beter leren kennen. Niet alleen in de kerk en niet alleen op zondag. Hij laat zich vinden door iedereen die Hem oprecht zoekt. 

U denkt nu misschien dat ik wel heel nonchalant doe over de huidige situatie. Dat is niet mijn bedoeling. Ik begrijp de behoefte naar het ‘samenzijn’ ook. Ik wil alleen voorkomen dat wij met z’n allen zielig zijn en dat wij vanwege onze collectieve zieligheid vergeten om aan de wereld te vertellen wat voor een geweldige, oneindig genadevolle God wij hebben.

God wist al dat de situatie zou komen waarin wij nu leven. Hij heeft dit voorzien. Daarom heeft Hij zijn zoon gemachtigd om te zeggen: “Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.” (Matt. 18:20)

Onze gemeente bestaat uit heel veel twee- en drietallen. Wij kunnen heel regelconform bij elkaar komen in deze tijden in zijn naam. Doe dat! Weet je iemand die echt niemand heeft? - Ga er dan naar toe, vandaag nog. Of nodig hem/haar uit. Je kunt ook telefonisch ook met elkaar bidden, met een groepje Skypen o.i.d., met enkelen samen de online dienst bekijken. Je kunt een kaartje/mailtje sturen. Iemand appen om te vragen hoe het gaat. Vorm een wandelgroepje van max. vier personen om dan in de open lucht elkaar te kunnen ontmoeten. Neem de tijd voor elkaar en voor God.

Wij leven in bijzondere tijden. Ik bedoel niet Covid-19, ik bedoel natuurlijk dat deze maand al weer de 1e adventszondag is. De tijd van voorbereiding op het Kerstfeest begint. Kerst, weet u nog: de tijd waarin de komst en de wederkomst van Jezus Christus wordt verwacht. Onze God heeft ons namelijk de verlosser gegeven. ‘Heeft’, verleden tijd, dat heeft Hij gedaan. Gewoon, uit liefde, voor u, voor jou.

Wij staan midden in deze wereld en het gaat er soms raar aan toe in deze wereld. Maar wij zijn niet van deze wereld. Wij moeten ons niet in beslag laten nemen door wat er niet is, maar door wat er wel is. Net als tijdens de wonderbare spijziging. Wij zouden zeggen: dat lukt nooit, veel te weinig brood. Jezus neemt het brood dat er wel is en dankt ervoor. De rest kennen jullie, toen kwam alles goed. Laten wij dankbaar zijn voor wat er wel is, wat wij wel kunnen doen. God wijst ons hierin de weg: 

Zijn zoon + 2 of 3 mensen samen = genoeg!

Hiervoor heb je geen zondag voor nodig, hier heb je geen kerk voor nodig. Broeders en zusters, ik mis jullie ook. Tegelijkertijd voel ik mij rijk door de verbondenheid met jullie in Hem. 

Ik laat Petrus deze overdenking afsluiten:

Geliefde broeders en zusters, u weet van tevoren wat er gaat komen. Wees daarom op uw hoede en laat u niet meeslepen op de dwaalwegen van wettelozen. Laat uw standvastigheid niet varen, maar groei in de genade en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus. Hem kom de eer toe, nu en in eeuwigheid. (2 Petrus 3:17-18)

Amen.

MaO

Overdenking oktober 2020 - Eeuwigheid

Eeuwigheid

Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen. (Romeinen 11:36)

Uiteindelijk gaat alles stuk. Een papieren koffiebeker is na 1 of 2 kopjes koffie niet meer te gebruiken. Een stenen kopje gaat gegarandeerd ook eens stuk. Bij een afwas heb je opeens het oortje in je hand. De eerste kras op je nieuwe auto doet misschien het meeste pijn. Maar uiteindelijk maakt bijvoorbeeld roest of een botsing eens ook een eind aan de mooiste en duurste auto. 

Alles gaat uiteindelijk toch stuk. 

Ook deze tent is stuk gegaan. Ik was een week op Schiermonnikoog; toen is één van de tentstokken geknikt. Even een stuk plastic er omheen gedaan om het tentdoek te beschermen. Moet ik nu een nieuwe tentstok regelen, een nieuwe tent misschien? Of is dit het moment om te stoppen met kamperen? Ik ben niet meer zo lenig. In en uit de tent raken ziet er soms komisch uit. Ouder worden maakt hier ook alles uiteindelijk stuk… 


Alles gaat uiteindelijk stuk, zelfs het meest perfecte lichaam gaat slijten, lubberen en rimpelen. En op een dag stopt alles. Ook mijn lichaam is over de helft. Op een dag ben ik er niet meer en een kleine eeuw later ben ik waarschijnlijk vergeten... 

Dit verhaal lijkt geen happy end te hebben. Wat blijft er over? 

Ze zeggen dat liefde eeuwig is. Maar we kennen allemaal mensen in onze omgeving bij wie de liefde is bekoeld of verdwenen. Relaties gaan stuk, vriendschappen verwateren. 

Puf. 

Is er dan nergens iets dat altijd blijft? Ik zit voor een kapotte aardse tent en ik wil toch hoop voor de toekomst vinden en houden. 

In onze ogen lijkt alles te verdwijnen maar we moeten ons realiseren dat ons zien heel beperkt is. Op de schaal van de eeuwigheid zijn we kleine kinderen, we weten bijna niets:

De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten.

Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. (1 Korintiërs 13:8-13)

Door de liefde van God mogen we geloven dat er hoop is! Menselijke liefde is helaas soms tijdelijk maar God liefde is oneindig. En Hij schenkt ons die eeuwigheid, pure genade.

Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. (2 Petrus 3:13)

Misschien ga ik volgend jaar weer kamperen met een nieuwe of gerepareerde tent. Maar misschien gaat het een zomerhuisje worden…

EZ

Overdenking september 2020 - Wonen bij God

Wonen bij God.

Een van de eerste levensbehoefte van de mens is een dak boven je hoofd. Beschut tegen regen, kou en zonneschijn. Beschutting tegen insecten en ander ongedierte. Een huis, een plek waar je je veilig en geborgen kunt voelen. Iedereen heeft daar behoefte aan en gelukkig voor velen is dit ook werkelijkheid.

Een dak boven je hoofd, een plek waar je je thuis kunt voelen, ook als kerkelijke gemeenschap heb je hier behoefte aan. De afgelopen weken zijn we een aantal keren samengekomen op onze eigen grond naast bakkerij Riedstra. Een plek waar we samen konden zingen en elkaar konden ontmoeten. Maar wat waren we op de hete zondagen dankbaar dat de zon niet te fel scheen en wat waren we blij dat het op zondag 23 augustus even droog bleef. Hoe zou dat over een aantal weken of maanden zijn? Zonder dak boven je hoofd ben je toch wel erg afhankelijk van het weer. We zijn dan ook dankbaar voor de jaren dat we samen mochten komen aan de Blankensteinkade, in de Hoeksteen. Naar alle waarschijnlijkheid komt daar in de komende maanden een einde aan.

Op het moment van schrijven moet de gemeentevergadering van woensdag 26 augustus nog plaatsvinden. We zullen met elkaar spreken over de grond, over een toekomstig dak boven ons hoofd. Hoe God dat zal leiden en welke beslissingen we samen nemen is nu nog ongewis. We zijn samen op weg als gemeenschap zoekend naar de weg van de Heer. Pelgrims.

Psalm 84 gaat hier op een prachtige manier op in. Verschillende thema’s komen in deze, 13 verzen tellende, Psalm aan bod. Ik raak een aantal verzen aan, maar lees gerust de Psalm er nog eens op na. Herkauw de woorden en geef ze plek in je gedachten. 


Verlangen. 

Hoe lieflijk is uw woning, HEER van de hemelse machten. Van verlangen smacht mijn ziel naar de voorhoven van de Heer. Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God (vers 1 en 2). Kun je het je voorstellen? Kun je het je indenken? Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God. Of deze: Beter één dag in uw voorhoven dan duizend dagen daarbuiten, beter op de drempel van Gods huis dan wonen in de tenten der goddelozen.

De Psalmist spreekt van een groot verlangen naar het huis van God, de tempel. Onderweg naar de tempel trekt de Psalmist met al die andere pelgrims door dalen van dorheid (zie vers 7 en 8). Het verlangen naar de tempel en haar bewoner, God, helpt hen om steeds krachtiger voort te gaan om in Sion voor God te verschijnen (vers 8). Verlangen.


Thuis komen. 

Zelfs de mus vindt een huis en de zwaluw een nest waarin ze haar jongen neerlegt, bij uw altaren, HEER van de hemelse machten, mijn koning en mijn God. Gelukkig wie wonen in uw huis, gedurig mogen zijn u loven (vers 4 en 5). Wie weleens de Klaagmuur in Jeruzalem heeft bezocht en naar boven heeft gekeken ziet dat de mussen en zwaluwen over de mensenhoofden zweven om een plekje te vinden in het laatste overgebleven gedeelte van de tempelmuur. De zwaluw vindt zijn huis bij God. Zelfs de mus! Wij zijn welkom bij God. In zijn huis, maar vooral bij Hem. Zoals we zijn, met onze nukken en nare gewoontes. Met onze trots en onze gebreken. Bij God mag je thuiskomen. Het is heerlijk om dat te weten én te ervaren. Thuiskomen, wonen bij God.

Onbevangen op weg gaan. Hoe zal de toekomst eruit zien voor de Baptistengemeente Veendam? Waar ‘kerken’ we volgend jaar of in 2022? We weten het niet. Een ding is zeker: Want God, de HEER, is een zon en een schild. Genade en glorie schenkt de HEER, zijn weldaden weigert hij niet aan wie onbevangen op weg gaan. HEER van de hemelse machten, gelukkig de mens die op u vertrouwt (vers 12 en 13).

Onbevangen, dat staat er in de psalm, in vers 12. Onbevangen, dat betekend zonder schroom, zonder zich in te houden, vrij. Vrij van last, vrij van juk, vrij van stress. De pelgrim mag vrij met God op weg gaan. Wij mogen vrij van alles op weg gaan. Maar hoe moet dat? De pelgrim uit de psalm heeft geleerd dat onbevangen op weg gaan betekend dat je alles in Gods hand legt. De pelgrim heeft geleerd dat God Degene is die meegaat op zijn weg, op zijn levensweg. Waarom gaat de pelgrim op weg met God? Omdat Hij God heeft leren kennen als een zon en een schild, iemand bij wie je mag wonen, iemand bij wie je zijn toevlucht kan zoeken. Waar je thuis mag komen. De pelgrim heeft God leren kennen als de levende God. Mag dit ook voor ons individueel en als gemeenschap zo zijn. Onbevangen op weg met de Levende God.

MdN